Woningruil en indeplaatsstelling

Stemt de verhuurder niet in met woningruil? Of wil hij een nieuw huurcontract met flinke huurverhoging? Een verzoek tot indeplaatsstelling kan uitkomst bieden. De  kantonrechter kan bepalen dat de ruilende huurders elkaars contract overnemen, met de bijbehorende oude huurprijs. De rechter maakt een belangenafweging en kijkt waarom een huurder een zwaarwegend belang heeft bij de ruil en welke nadelen er eventueel voor de verhuurder aan kleven. De beoordeling vindt plaats bij de huurder waarvan de verhuurder de ruil onmogelijk maakt. De rechter kijkt naar het belang van deze huurder bij de ruil en oordeelt ook of de nieuwe huurder in staat is de huur te betalen. Dat gebeurt bijvoorbeeld op basis van een inkomstenverklaring van de belastingdienst. Mocht de rechter het verzoek afwijzen dan vindt er geen ruil plaats en verandert er niets. Het komt wel eens voor dat een woningcorporatie ruil niet wil toestaan omdat ze de woning wil verkopen, maar dan is dat geen sterk punt. Want als de ruil niet doorgaat kan er ook niet verkocht worden.

Meer informatie en hulp in Amsterdam bij !WOON en elders bij het Juridisch Loket.

Voorbeelden uit de praktijk

Een moeder met twee kinderen woont in een 5-kamerwoning met een huurprijs van € 708 in Amsterdam Nieuw-West. Ze wil verhuizen naar een goedkopere 3-kamerwoning met een huur van € 500 in de buurt van haar zorgbehoevende moeder. In die woning woont een groot gezin met vier kinderen. Voor hen is de woning te klein en ze willen dolgraag naar de 5-kamerwoning. De verhuurder van die woning wil bij ruil echter de huurprijs fors verhogen en dan kunnen ze geen aanspraak meer maken op huurtoeslag. De rechter oordeelt dat het belang van huurster duidelijk is en het bezwaar van verhuurder dat de nieuwe huurders de huur niet kunnen opbrengen wordt afgewezen. De ruil gaat door en de huurprijzen blijven gelijk.

Een gezin woont in een te kleine benedenwoning in Amsterdam Oost. Een oudere dame woont in een grotere woning en wil graag naar beneden verhuizen. De ruil mag van beide woningcorporaties, maar alleen als de huren flink omhoog gaan. Daar heeft de oudere dame geen trek in en het gezin komt dan niet meer in aanmerking voor huurtoeslag en kan de woning niet betalen. De rechter oordeelt dat de belangen van de ruilers groter zijn dan die van de verhuurder: de huurders ruilen en betalen de oude huur die de vorige bewoner betaalde.

Artikel delen:

!WOON

Mobiele versie afsluiten