Iedere eigenaar mag in principe zijn woning verhuren. Dat staat in artikel 120 van het Burgerlijk Wetboek 5. Toch moet een verhuurder zich houden aan de regels van de VvE. Hierdoor is niet iedere vorm van verhuur mogelijk én kunnen er aanvullende voorwaarden gelden zoals een getekende huurdersverklaring. Het uitgangspunt is dat een huurder het appartement moet gebruiken waarvoor die bedoeld is. Een appartement met een woonbestemming moet door een huurder ook bewoond worden. Ook is meestal toestemming van de hypotheekverstrekker nodig.
In een VvE kan er sprake zijn van verschillende manieren van verhuur:
- Reguliere verhuur (de eigenaar geeft zijn appartement aan een ander in gebruik);
- Huisbewaring (de eigenaar verblijft tijdelijk op een ander adres);
- Kamerverhuur;
- Vakantieverhuur.
Wat binnen jouw VvE de regels zijn m.b.t. bestemming van het appartementsrecht en de huurdersverklaring vind je terug in het modelreglement dat binnen jouw VvE van toepassing is.
| Modelreglement | Bestemming | Huurdersverklaring |
| 1973 | artikel 9 | artikel 20 lid 1 |
| 1983 | artikel 16 | artikel 20 lid 1 |
| 1992 | artikel 17 | artikel 24 lid 1 |
| 2006 | artikel 25 | artikel 24 lid 1 |
| 2017 | artikel 27 | artikel 35 lid 1 |
Maar let op: in de splitsingsakte kunnen extra/ afwijkende voorwaarden staan, die vind je dan onder dezelfde artikelnummers in de splitsingsakte.
Artikel delen: