Opwekken hernieuwbare energie na renovatie verplicht

16 januari 2021

De energietransitie is niet vrijblijvend. Langzamerhand wordt ook de regelgeving voor het verduurzamen van de bestaande omgeving aangescherpt. Per 30 juni 2021 trad de regeling ‘Hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie’ in werking. Bij een ingrijpende renovatie geldt nu de verplichting om een minimale hoeveelheid aan hernieuwbare energie op te wekken. Dat kan door het aanbrengen van zonnepanelen, zonneboilers of warmtepompen. Aansluiting op een warmtenet telt ook. Maar wat is nou een ingrijpende renovatie en wat niet? En aan welke maatregelen moet je dan denken om zelf energie op te wekken? In dit artikel lichten wij toe hoe de nieuwe eis precies werkt.

Wanneer geldt de eis voor hernieuwbare energie?

Het bouwbesluit artikel 5.6 lid 5 beschrijft dat de eis aan de minimumhoeveelheid hernieuwbare energie geldt op het moment dat:

  • · Er sprake is van een ingrijpende renovatie 2, én
  • · Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling wordt geplaatst, of gedeeltelijk vernieuwd of veranderd of vergroot.

Een stappenplan helpt om te bepalen of er een eis aan een minimumhoeveelheid hernieuwbare energie wordt gesteld.

Wat zijn dan de mogelijke maatregelen?

Wanneer beiden het geval zijn dan ben je verplicht om maatregelen die hernieuwbare energie opwekken met een terugverdientijd van 10 jaar uit te voeren. Zonnepanelen hebben doorgaans een terugverdientijd onder de 10 jaar. Andere installaties als warmtepompen en zonneboilers kunnen ook onder de regeling vallen indien de terugverdientijd onder de 10 jaar valt.

Wanneer is er sprake van een ingrijpende renovatie?

Van een ingrijpende renovatie is sprake wanneer meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. De bepaling hiervan vindt plaats op basis van de ISSO 75.1. In leidraad wordt het volgende toegelicht:

  • Van een renovatie van de integrale gebouwschil is bijvoorbeeld sprake wanneer een dak of gevel volledig wordt opengelegd en volledig vernieuwd.
  • Bij een appartementengebouw kan de gebouwschil op twee manieren worden bepaald: (1) voor een individueel appartement of (2) voor het totale appartementengebouw. Op basis van die gebouwschil wordt beoordeeld of er sprake is van een ingrijpende renovatie.
  • Voorbeelden van aanpassingen die niet betrekking hebben op de integrale gebouwschil zijn: na-isolatie van een spouwmuur, na-isolatie van enkelsteens buitenmuren aan binnen- of buitenkant, na-isolatie onder dakpannen of tegen het dakbeschot.

Twee geleverde voorbeelden uit de Leidraad:

Wat houdt het vervangen van een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling in?

Dit is het geval wanneer er bij de ingrijpende renovatie ook een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling wordt geplaatst, of gedeeltelijk wordt vernieuwd of veranderd of vergroot. Daarvan is ook sprake wanneer een derde of meer van de afgiftelichamen (meestal radiatoren) wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Bij vloerverwarming geldt elke zone van de vloerverwarming als een afgiftelichaam.

Eis hernieuwbare energie wordt getoetst bij omgevingsvergunningen

De Leidraad beschrijft dat wanneer er sprake is van een gefaseerde renovatie per fase wordt beoordeeld of er sprake is van een integrale aanpassing van meer de van 25% van de gebouwschil. Daarbij kan als praktische invulling van een fase de koppeling worden gemaakt met een vergunningsaanvraag; bij elke individuele vergunningsaanvraag wordt dan beoordeeld of er sprake is van een integrale aanpassing van meer dan 25% van de gebouwschil.

Gebouwen die aangesloten zijn of worden op warmtenet zijn uitgesloten

De eis aan de minimumhoeveelheid hernieuwbare energie geldt niet voor een bouwwerk dat is aangesloten of aantoonbaar binnen drie jaar na de renovatie wordt aangesloten op een warmtenet. Dat komt omdat er vanuit wordt gegaan dat alle warmtenetten op den duur volledig draaien op hernieuwbare bronnen. In heel Nederland schieten warmtenetten die draaien op hernieuwbare energie (combinatie duurzame stroom en aqua- of geothermie) als paddenstoelen uit de grond. Het Amsterdamse warmtenet moet die verduurzamingsslag nog maken. Lees hier meer over de plannen van Vattenfall voor de verduurzaming van het warmtenet.

Wanneer je een complex over drie jaar aan gaat sluiten zal daar wel bewijs voor moeten worden aangeleverd. Dit kan door het aanleveren van offertes en facturen voor een warmtenetopdracht. Ook staat de instemming van 70% van huurders expliciet als bewijsstuk opgenomen in de Leidraad: “bij een huurderscomplex zou dit bijvoorbeeld een bewijs kunnen zijn van de instemmingsregel waarbij wordt aangetoond dat minimaal 70% van de huurders van een gebouw heeft ingestemd met de aansluiting op het warmtenet binnen drie jaar.”

Wat als je niet in staat bent om voldoende energie op te wekken? Ook dan geldt dat je het maximale moet doen wat haalbaar is. Dus wanneer jij niet voldoende zonnepanelen kunt plaatsen om aan de eis te voldoen, moet je wel zoveel mogelijk zonnepanelen plaatsen. Lees hier verder over de Regeling hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie.

Graag verwijzen wij naar de RVO-website, zodat je ook direct toegang hebt tot de rekentool voor de minimumwaarde Hernieuwbare Energie.

Contact

Wil je informatie of advies van een van onze energie adviseurs? Neem contact op.

Artikel delen:

!WOON