Rookoverlast onderburen.

Samenvatting

Huurder woont geruime tijd op de woning, de woning is een uit beton opgetrokken gebouw. De huurder heeft na het verhuizen van de onderburen last van stank en rook overlast. De huurder heeft dit geregeld bij de verhuurder gemeld. Na enkele klachten is de verhuurder langs geweest en heeft de verhuurder rookontwikkeling geconstateerd.
Hierna is een monteur voor de automatische ventilatie langs geweest. Deze heeft geconstateerd dat de ventilatie correct werkt, op een later tijdstip is het systeem gereinigd en een nieuwe ventilator geplaats.
De verhuurder heeft alle openingen die er met de beneden woning zijn afgedicht. Wat tot gevolg heeft dat er geen rook (of luchtjes) uitwisseling tussen de woningen kan verplaatsen.

De huurder eist dat de verhuurder op straffe van een dwangsom verplicht wordt een professioneel bedrijf een technisch onderzoek te laten uitvoeren naar de oorzaak van de rookoverlast en hier een technisch rapport over naar de huurder te versturen.

Verhuurder verweert zich hier tegen. De verhuurder heeft zelf de rookoverlast niet geconstateerd. Alle openverbindingen tussen de beide woningen zijn al afgedicht en de verhuurder is van mening dat de huurder de woning niet goeds (genoeg) ventileert. In de woning zijn alle ramen dicht en de ventilatie strips gesloten, geconstateerd tijdens de bezoeken aan de woning.

De rechter beoordeeld dat het in deze zaak zeer lastig is om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van overlast. Dit wordt door de verhuurder met klem ontkend. Indien hier wel sprake van is, is dit een bedreiging voor de gezondheid en een verstoring van het woongenot.
De huurder moet in ieder geval er zorg voor dragen dat de woning goed wordt geventileerd. Gelet op de onzekere feitelijk situatie moeten beide partijen hun eigen proceskosten compenseren.