Verhuurder vordert ontruiming kamer, hij stelt dat hij er zelf wil wonen en dat contract naar aard van korte duur is.

Samenvatting

Twee personen huren elk een kamer in een woning bestaande uit 4 kamers. In het verleden woonden er meer huurders. Huur wordt maandelijks contant opgehaald, zonder kwitantie (huurders kunnen op andere manieren wel redelijk goed aantonen dat ze huur betalen). Huurprijzen zijn hoog, één van de huurders betaald maandelijks €650,- incl gas, water en licht, hij woont er sinds 1,5 jaar.
Verhuurder cs lopen regelmatig zonder aankondiging de woning binnen, soms ook de kamers van huurders. Zij gedragen zich soms intimiderend. Politie heeft verhuurder cs al een keer weggestuurd. Verder wordt er (min of meer) gedreigd met afsluiten van voorzieningen en ontruiming. Verhuurder belde naar aanleiding van de Huurcommissie procedure die huurder was gestart boos op: “Ik ben je huisbaas, jij bent helemaal niets”.
Recent is huurders de huur opgezegd. De opzegging is daarna nog twee keer herhaald door de advocaat van de verhuurder. In deze brieven wordt met veel wollig taalgebruik gedreigd met een procedure. De gebruikte opzeggingsgronden zijn zeer waarschijnlijk niet geldig.
Later: verhuurder weer met eigen sleutel in de woning bij het ophalen van de huur. Er ontstaat dan een dreigende situatie waarbij huurder de verhuurder en zijn moeder sommeert de woning te verlaten. Verhuurder belt vervolgens de politie, overigens zonder gevolgen voor de huurder. Nog later: één van de huurders is in kort geding gedagvaard met als eis de woning te ontruimen.
30-06-15 R: huurder wint kort geding. Geen ontruiming / ontbinding huurovereenkomst. Wat betreft door huurder in reconventie geëiste betredingsverbod is het vonnis tegenstrijdig. Zie punten 17 en III. Advocaat vindt het ook verwarrend.
Wederpartij in kosten veroordeeld, geen kosten voor het fonds.