Warmtewet en besluit servicekosten: dubbel betalen?

13 februari 2019

In 2019 en 2020 wijzigen de Warmtewet en het Besluit Servicekosten. Dan komen onderhoud en investeringen in collectieve installaties in de servicekosten en dat is omstreden. Deze kosten zijn nu nog onderdeel van de kale huur.  Zo vervaagt het onderscheid tussen roerende en onroerende zaken. Gevolg is dat veel huurders dubbel gaan betalen: in de huur en de servicekosten.

In 2014 is de Warmtewet ingevoerd. Doel was huishoudens te beschermen tegen hoge stookkosten. Wie is aangesloten op een collectief warmtenet rekent sindsdien via een apart contract af. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) stelt jaarlijks een maximumtarief vast. Via de Warmtewet worden de kosten voor de installatie doorberekend aan de gebruiker. Om huurders te compenseren is het woningwaarderingsstelsel (het puntenstelsel voor de maximale huur van een woning) in 2014 aangepast. In plaats van 2 punten per verwarmd vertrek wordt er nu 1,5 punt berekend. De meeste huurders zagen daar niets van terug, omdat ze niet de maximale huurprijs betalen.

De toepassing van de Warmtewet levert in de praktijk knelpunten op. De minister wil daarom de wet aanpassen, waarschijnlijk op 1 januari 2020. Verhuurders die via een collectieve installatie warmte leveren gelden niet langer als leverancier. Zij kunnen de kosten voortaan weer doorrekenen via de servicekosten. Afrekening gaat op basis van werkelijk gemaakte kosten, inclusief onderhoud en investeringen. Ook voor VvE’s die warmte leveren aan appartementseigenaren geldt dan een afrekening op basis van de werkelijk gemaakte kosten en niet op basis van het maximumtarief van de ACM.

Omdat de Warmtewet dan niet meer geldt voor blokverwarming, past de minister ook het Besluit Servicekosten aan. Plan is de verwarmingsinstallatie (ketel, leidingen en radiatoren) niet meer als onroerende zaak aan te merken. Het is een zaak geworden, niet roerend (want het zit vast in het complex) maar ook niet onroerend. Zo krijgt de huurder de kosten voor aanschaf en onderhoud gepresenteerd. Het compenseert verhuurders voor de aanpassing in het puntenstelsel die hen vrijwel niets heeft gekost.

“De minister maakt zo een rommeltje van het Huurrecht”

Het onder de servicekosten brengen van een installatie is omstreden. De Woonbond vindt dat kosten voor afschrijving en onderhoud van installaties niet in de servicekosten thuishoren. De huurder betaalt immers al huur. Bovendien ontstaan verschillen tussen huurders met blokverwarming en met individuele CV-installaties. De laatste groep betaalt namelijk niet voor het onderhoud, hooguit voor de 24 uur-service bij uitval. En de eerste groep gaat via de servicekosten wel betalen voor de onderhoudskosten. “De minister maakt zo een rommeltje van het Huurrecht”, aldus de Woonbond. Beide zaken heeft !WOON ook ingebracht bij de consultatie van het ministerie over de voornemens, maar daar is niets mee gedaan. Het woord is nu aan de ACM, die nog nader advies uitbrengt over het voorgenomen besluit.

Als de wetswijziging in de huidige vorm doorgaat krijgen huurders met een collectieve installatie een stijging van hun stookkosten. Daar staat geen huurverlaging tegenover. De kans is dan ook groot dat huurderorganisaties deze nieuwe regels na invoering laten toetsen door de rechter.

Artikel delen:

!WOON