Gemeente kan corporatie niet verplichten tot investeren

06 juni 2019

De gemeente Rotterdam wil dat corporatie Woonbron investeert in het opkopen en opknappen van particuliere woningen. Zij eist medewerking aan de herstructurering. De corporatie en huurdersorganisatie zijn het er niet mee eens en vragen de minister om een uitspraak. Die oordeelt dat de corporatie deze investering wel mag doen, maar er niet verplicht toe is. Gemeente, corporaties en de lokale huurdersorganisatie maken in elke stad prestatieafspraken over de woningvoorraad. Komen ze er niet uit, dan kan de minister een bindende uitspraak doen op basis van een advies van een speciaal daarvoor ingestelde commissie. Deze route is nieuw, daarom is de uitspraak ook voor andere steden interessant.

Het geschil

De gemeente wil de particuliere woningvoorraad in Rotterdam Zuid opknappen. De eigenaren hebben niet voldoende middelen, dus wil de gemeente Woonbron verplichten om te investeren. Volgens de gemeente beschikt de corporatie over voldoende financiële ruimte om woningen op te kopen en op te knappen. Woonbron en de CPRW zijn het daar niet mee eens. Zij vinden dat Woonbron er vooral is voor de sociale woningvoorraad, de zogenaamde Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB ). Hier gaat het om een investering die niet onder dit belang valt.

De uitspraak

De aanname van de gemeente dat het hier om herstructurering gaat is onterecht volgens de uitspraak. Dat maakt dat de investering buiten de hoofdtaak van de corporatie alleen gedaan kan worden als deze voldoet aan de eisen van de Woningwet, inclusief markttoets en alles wat daar bij hoort. De gemeente stelde dat zij opdracht kan geven aan de corporatie. Ook die aanname wordt afgewezen. In het overleg zijn de drie partijen gelijk. Er moet een wilsovereenkomst bereikt worden in overleg. De gemeente stuurt de corporatie niet aan.  Mag de corporatie deze investering wel doen? Ja, dat mag wel, maar het moet niet.

Het belang van deze uitspraak

Duidelijk is dat in het overleg tussen gemeente, corporatie en huurdersorganisatie er geen baas is en geen ondergeschikte. Alle drie de partijen zijn gelijkwaardig en er moet overeenstemming tussen de drie partijen bereikt worden. Daarbij gelden de regels van redelijkheid, billijkheid en het volkshuisvestelijk belang in de gemeente. Goed om te weten, want in Amsterdam onderhandelen de huurderskoepels verenigd in de FAH momenteel met de gemeente en de woningcorporaties over de prestatieafspraken. !WOON adviseert daarin vanuit haar praktijkervaring met renovaties en transformatie.

Het advies en de uitspraak zijn hier te vinden.

Artikel delen:

!WOON