Na 6,5 jaar procederen staat de huurprijs definitief vast

07 april 2021

De langst slepende rechtszaak in onze praktijk heeft toch nog een staart gekregen. Afgelopen week wees het Amsterdamse Gerechtshof definitief een beroep van verhuurder Clever Real Estate af. Daarmee is 6,5 jaar na de toetsing van de huurprijs door de eerste bewoners eindelijk de aanvangshuurprijs definitief duidelijk in een pand op de Rijswijkstraat. Gelukkig is deze zaak een bijzonder geval. Toch toont hij een serieus mankement in de regelgeving. Zonder lange adem en deskundige hulp heeft de huurder het erg moeilijk.

WOZ waarde in de puntentelling is een probleem

Bedoeling is dat de Huurcommissie snel een uitspraak doet als er discussie is over de huurprijs. Dat is prettig en duidelijk voor huurder en verhuurder. Wie het daar niet mee eens ik kan naar de kantonrechter. Dat duurt dan nog een aantal maanden langer en dan is het alsnog duidelijk. Sinds de WOZ waarde onderdeel is van de woningwaardering kan dat anders lopen. Een discussie over de WOZ waarde loopt namelijk via de bestuursrechter en daar is een aantal keren beroep mogelijk. Dat kan jaren duren en al die tijd kan de kantonrechter niet verder met de huurprijs. Dat was ook hier het geval, zodat de kantonrechter uiteindelijk pas zes jaar na het toetsen van de huurprijs de knoop definitief kon doorhakken.

Nog langer wachten door beroep

Echte duidelijkheid liet in een drietal zaken echter nog langer op zich wachten. Hier ging de verhuurder in beroep tegen de uitspraak van de kantonrechter. Dat kan normaliter niet, het is alleen mogelijk als in bijzondere gevallen. Zijn die er niet, dan leidt een beroep tot een snelle afwijzing en extra kosten voor degene die het indient. Hier oordeelde het Gerechtshof echter dat de kantonrechter bij zijn eindoordeel onvoldoende was ingegaan op een aantal stellingen van de verhuurder. Daarom besloot het Hof de zaak verder te onderzoeken. In haar eindoordeel stelt het Hof:

“Het bestreden eindvonnis bevat een motiveringsgebrek. Een motiveringsgebrek is echter op zichzelf niet een verzuim van zulk essentiële vormen dat het rechtsmiddelenverbod daarmee wordt doorbroken. Daarvoor is het nodig dat door het verzuim zulke fundamentele rechtsbeginselen zijn veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet meer kan worden gesproken. En dat is hier niet aan de orde.”

Het beroep wordt alsnog afgewezen, met veroordeling van de verhuurder in de kosten. Zo komt na 6,5 jaar eindelijk een einde aan de langst slepende huurprijszaak in onze praktijk en is definitief duidelijkheid over de huurprijs vanaf november 2014.

WOZ waarde en de huurprijs

 

Artikel delen:

!WOON