De Wet Betaalbare Huur: een goed idee

05 februari 2024

Wat gaan de politieke partijen doen aan de wooncrisis? Die begon toen de verhuurdersheffing een sterke rem zette op bouw van woningen.  Vervolgens werd de huurbescherming rond 2015 flink ingeperkt. De maximale huurprijzen gingen sterk omhoog door invoer van de WOZ waarde. Veel woningen in Amsterdam en omgeving vielen bij nieuwe verhuur opeens buiten de huurbescherming. Tijdelijke huurcontracten maakten de positie van de huurder nog slechter. Beleggers konden grote rendementen halen door de krapte en de sterk stijgende huurprijzen. De Tweede Kamer sprak er onlangs voor het eerst over. Wij zijn benieuwd wat de partijen nu gaan doen. De Volkskrant plaatste de volgende tekst van onze directeur Evert Bartlema.

Woensdag 31 januari kwam de vaste Kamercommissie voor de eerste keer na de verkiezingen bijeen om te spreken over het wetsvoorstel Betaalbare huur. Een voorstel dat niet controversieel is verklaard, dus nog door minister De Jonge wordt doorgezet. Gelukkig maar: de vele huurders die nu absurde prijzen betalen voor een hele gewone huurwoning, zouden enorm bij gebaat zijn bij de voorgestelde regulering van huurwoningen in het middensegment. En toch is er vanuit allerlei hoeken veel kritiek op het wetsvoorstel. Vooral vastgoedlobbyisten klagen steen en been. De wet zou ertoe leiden dat het voor veel verhuurders niet meer aantrekkelijk is om hun bezit te verhuren. Zij zullen hun huurwoningen verkopen, waardoor de schaarste groter wordt en de huurprijzen nog hoger. Ook de Raad van State gaat in een recent advies mee in deze redenering. Maar de praktijk van de afgelopen jaren logenstraft deze gedachte. Tussen 2015 en 2021 is de particuliere huurmarkt enorm gegroeid, tezelfdertijd groeiden de huurprijzen nog veel harder. Juist het gebrek aan regulering leidde tot een enorme huurexplosie.

In Amsterdam zien we bij mijn organisatie dagelijks wat dit betekent: huren onder de € 1.500 komen in de particuliere huursector nauwelijks nog voor, waardoor er voor middeninkomens vrijwel geen plek meer is in de stad. En liefst de helft van de huurders die wel een woning in dit segment hebben weten te bemachtigen, wil er – zo blijkt uit recent onderzoek –  binnen twee jaar weer weg. Belangrijkste reden: de huur slokt een veel te groot deel van het inkomen op. Het is goed dat niet alleen in het lagere, maar ook in het middeldure  huursegment (tot € 1.123) weer een relatie wordt gelegd tussen de woningkwaliteit en de maximale huurprijs. Dat is niet alleen op zichzelf al rechtvaardig, maar het leidt er ook toe dat middeninkomens weer enige positie krijgen op de markt voor huurwoningen. Nu leggen zij het altijd af tegen mensen die meer kunnen en willen betalen.

Natuurlijk zal een deel van de woningbeleggers hun huurwoningen van de hand doen als de regulering hun inkomsten vermindert. Maar dat is helemaal geen probleem: het betreft vaak dezelfde woningen die tussen 2015 en 2021 uit de koopmarkt zijn gehaald omdat verhuren op dat moment veel geld opleverde (via ‘buy to let’ en ‘keep to let’). Als die woningen weer in de koopsector terugvloeien, helpt dat veelal dezelfde groep woningzoekers (de koopstarters).

De Wet betaalbare huur regelt nog twee cruciale zaken waar veel huurders baat bij hebben. Op dit moment kunnen huurders in het middensegment, als zij een probleem hebben met hun verhuurder, alleen terecht bij de rechter. Huurders in het lagere huursegment kunnen eerst naar de – veel laagdrempeliger – Huurcommissie. Dat is een veel snellere route om weigerachtige verhuurders tot bijvoorbeeld noodzakelijk onderhoud te brengen. De nieuwe wet regelt dat ook huurders in het middensegment voortaan bij de Huurcommissie terecht kunnen. Hun positie ten opzichte van de verhuurders wordt daarmee versterkt, wat in de huidige gespannen woningmarkt geen overbodige luxe is.

Tot slot regelt de wet dat verhuurders zich moeten houden aan de maximaal voorgeschreven huurprijzen (zowel in het lagere als middeldure huursegment). Doen ze dat niet, dan geldt dat als een overtreding waarop een boete staat. Zo wordt het vragen van een redelijke huurprijs een wettelijke verplichting. Hoe logisch dat ook lijkt, dat was nooit geregeld. Als huurdersondersteuners rekenen wij erop dat veel misstanden op de woningmarkt hierdoor worden voorkomen en anders veel eenvoudiger te bestrijden zijn. Onze oproep is derhalve: laat minister De Jonge dit karwei afmaken. Heel veel huurders en woningzoekenden zullen hem zeer dankbaar zijn!

Evert Bartlema, directeur Stichting !WOON

Stichting !WOON biedt ondersteuning en advies aan huurders, woningzoekenden en kleine VvE’s in Amsterdam en omgeving

Artikel delen:

!WOON