Bemiddelingskosten / sleutelgeld en boetebeding

Kenmerk: CV EXPL 15-35429
Datum uitspraak: 8 augustus 2016
Rechter: H.A.M. Pinckaers
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Winnaar: Huurder

Opnieuw zoeken:

Kern

Huurders betaalden € 1.400,- “bemiddelingskosten” aan een voor de verhuurder werkende “bemiddelaar”. Deze “bemiddelaar” houdt echter kantoor in een pand van de verhuurder/eigenaar, lijkt hem goed te kennen en de website van de “bemiddelaar” staat ook geregistreerd op naam van de eigenaar/verhuurder. “Bemiddelaar” en verhuurder lijken volgens de Kamer van Koophandel ook dezelfde partij. Kortom: sleutelgeld.
Als bemiddelaar en verhuurder als twee afzonderlijke partijen zouden kunnen worden gezien dan is er ook sprake van een onverschuldigde betaling aangezien de bemiddelaar voor verhuurder én huurder werkte en daarom de laatste geen kosten mag berekenen.
Wederpartij probeert door beroep op boetebeding wegens onderverhuur de vordering van huurders te verrekenen maar slaagt daar niet in.

Samenvatting

Huurders betaalden € 1.400,- “bemiddelingskosten” aan een voor de verhuurder werkende “bemiddelaar”. Deze “bemiddelaar” houdt echter kantoor in een pand van de verhuurder/eigenaar, lijkt hem goed te kennen en de website van de “bemiddelaar” staat ook geregistreerd op naam van de eigenaar/verhuurder. “Bemiddelaar” en verhuurder lijken volgens de Kamer van Koophandel ook dezelfde partij. Kortom: sleutelgeld.

Als bemiddelaar en verhuurder als twee afzonderlijke partijen zouden kunnen worden gezien dan is er ook sprake van een onverschuldigde betaling aangezien de bemiddelaar voor verhuurder én huurder werkte en daarom de laatste geen kosten had mogen berekenen.

Na dagvaarding heeft de bemiddelaar zijn verweer ingetrokken dat de bemiddelingskosten onterecht zijn betaald, dit vanwege de uitspraak van de Hoge Raad hierover. In plaats daarvan verwijt wederpartij de huurders onderverhuur/in gebruik geven aan derden en komt daarom op basis van een verbeurde boete van € 125,- per dag op een boete van € 3.750,-. Op basis daarvan wil wederpartij zijn betalingsverplichting verrekenen met de vordering die de huurders op hem hebben.

Huurder beroept zich op BW 6:136, stelling/verweer van wederpartij is niet eenvoudig vast te stellen (en wederpartij heeft al aangegeven dat de vordering van huurders terecht is). Huurder betwist de stelling dat hij zou hebben onderverhuurd. Verder stelt huurder dat het boetebeding in de algemene bepalingen vernietigbaar is, en wel om twee redenen: Huurders hebben genoemde algemene bepalingen nooit ontvangen en het boetebeding zelf is onredelijk bezwarend.

Op basis van het voorgaande gaat de rechter niet mee in het verhaal van wederpartij en kent de eis van huurders toe. Wederpartij is ook veroordeeld in de proceskosten.

Disclaimer:
Samenvatten is mensenwerk. We staan niet garant voor de volledigheid. Als u de geanonimiseerde uitspraak (zie bijlage) wilt ontvangen kunt u een verzoek richten aan spreekuur@wooninfo.nl. Hou er rekening mee dat verschillende rechters van geval tot geval verschillende afwegingen kunnen maken. Deze uitspraak bevat 1 bijlage. Wilt u deze per mail ontvangen, stuur dan een gemotiveerd verzoek naar spreekuur@wooninfo.nl en vermeld het kenmerk en de titel. Vertel waarom u de uitspraak nodig hebt, dan kijken wij wat we voor u kunnen doen. We moeten de uitspraak namelijk anonimiseren en dat kost ons werk en tijd. Dat kan soms, maar niet altijd.

Artikel delen:

!WOON